In de vele variaties in training die we kennen is interval training wellicht de bekendste.
Intervaltraining bestaat uit herhaalde inspanningen met matige tot hoge intensiteit afgewisseld met perioden van rust of lagere inspanningsintensiteit. Onderzoek heeft aangetoond dat sporters een aanzienlijk groter trainingsvolume aankunnen door de totale inspanning te verdelen in kortere, intensievere inspanningen met rust of actief herstel tussen de intensieve inspanningen.
Intervaltraining
In de vele variaties in training die we kennen is interval training wellicht de bekendste. Intervaltraining bestaat uit herhaalde inspanningen met matige tot hoge intensiteit afgewisseld met perioden van rust of lagere inspanningsintensiteit.
Onderzoek heeft aangetoond dat sporters een aanzienlijk groter trainingsvolume aankunnen door de totale inspanning te verdelen in kortere, intensievere inspanningen met rust of actief herstel tussen de intensieve inspanningen.
Intervaltraining: Korter trainen met een hoog rendement
Maar ja, wat is nu een goede omvang of hoe intensief moet de interval zijn en hoe vaak ga ik het doen? Het invullen van de parameters hangt af van het doel dat je nastreeft. Dafne Schippers voert een andere intervaltraining uit dan Steven Kruiswijk.
1. Hoog intensieve interval (HIIT)
Als je een intervaltraining op de sportschool (mee)doet is het veelal een zeer intensieve interval. De werktijd is meestal 45 seconden, je geeft (bijna) alles en gaat verzuren. Een mooi voorbeeld van anaerobe training. Je uithoudingsvermogen neemt toe ondanks de korte trainingsduur. Heel effectief dus!
2. HIT training op de fiets
Een typische HIIT bestaat bijvoorbeeld uit uit 4-6 keer van 30 seconden maximaal fietsen afgewisseld met 2-4 minuten herstel. Vooral de fietser met nog niet zo’n goed uithoudingsvermogen zal hier bij 6 trainingen in twee weken al een flinke winst mee kunnen boeken in het aeroob vermogen. Getrainde fietsers doen er goed aan om zo’n 10-15% procent van de trainingen hoog intensief te doen.
Bijvangst: van de HIIT weten we ook dat de ruststofwisseling nog lang na de training verhoogd actief is. Een mooie bijvangst is dat deze training daarom ook effectief is in de ondersteuning bij het verliezen van lichaamsgewicht. Omdat deze trainingen anaeroob zijn heeft een hartslagmeter vooral nut om je herstel te bewaken.
3. HIT training hardlopen:
Een training met zeer korte intensieve intervals heeft wel een hoog blessure risicoprofiel. Denk hierbij aan sprints waarbij je je maximale snelheid haalt (vanaf zo’n 20 meter) en dat probeert nog even vast te houden. Voor een recreant lijkt de middellange en lange intensieve interval verstandiger:
Intensieve interval midden
intensiteit | omvang | aantal hh per set | aantal sets | arbeid:rust |
85%-95% pb/1km | 300-800 meter | 4 – 6 keer | 2-3 | 1:1 |
Intensieve interval lang:
intensiteit | omvang | aantal hh per set | aantal sets | arbeid:rust |
80%-90% pb/1km | 800 – 2000 meter | 2-3 keer | 1-3 keer | 1:1 |
4. Zelf interval trainingen
Je kunt zelf extensieve aerobe interval trainingen doen waarin de omvang steeds groter wordt. Dit is met name belangrijk in de voorbereiding voor duursporters die langer dan een uur sporten
Varieer je training en voeg eens een blokje interval toe. Zorg ervoor dat je goed warm bent voordat je met de intervaltraining start.
Interval 2 (Totale tijdsduur 15 minuten)
- Inspanning : 1 minuten Hoog Intensief
- Herstel : 1½ minuut ontspannen bewegen
- Herhalingen : 6 keer
Interval 2 (Totale tijdsduur 28 minuten)
- Inspanning : 5 minuten Intensief (HF85-90%)
- Herstel : 2 minuten Ontspannen bewegen
- Herhalingen : 4 keer
5. Herstelwaardes
Je kunt in een training ook de herstelhartslag laten bepalen wanneer je weer mag starten met de interval. Zo luister je extra goed naar je lichaam!
Leeftijd | Herstel hartslagzone bij HIIT |
20-30 jr | 130-150 |
31-35 jr | 125-145 |
36-40 jr | 120-140 |
41-45 jr | 115-135 |
45-50 jr | 110-130 |
50-55 jr | 105-125 |
56-65 jr | 100-120 |
65-75 jr | 90-105 |
Bron: Inspannings- en sportfysiologieUitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum |
6. Mate van herstel
De duur van de rust of van het actieve herstel zal afhangen van hoe snel de sporter herstelt van het inspanningsinterval. De mate van herstel kan worden vastgesteld door de snelheid van de afname van de hartfrequentie van de sporter tot aan een van tevoren gekozen niveau tijdens de rust of tijdens het actieve herstel. Bij jongere sporters (30 jaar of jonger) laten we de hartfrequentie over het algemeen teruggaan naar tussen de 130 en 150 sl/min voordat het volgende inspanningsinterval begint. Aangezien de Hf max ongeveer 1 slag per jaar afneemt trekken we bij personen boven de 30 jaar het verschil tussen de werkelijke leeftijd en 30 af van 130-150. Bijvoorbeeld: bij een 45-jarige trekken we 15 slagen af, die wordt dan 115-135 sl/min. Tussen sets wordt over het algemeen een herstel tot een hartfrequentie onder de 120 sl/min aangehouden.
Veel plezier!